Welk community platform is het meest geschikt?
Afhankelijk van jouw wensen, tijd en budget bepaal je welk platform je kiest. Wordt het een bestaande communitytechnologie of bouw je liever een eigen community?
Keuze platform is afhankelijk van strategie en budget
Er zijn veel verschillende soorten technologieën die je kunt inzet- ten om een community te bouwen. Dat is ook afhankelijk van het budget dat je beschikbaar hebt.
In dit boek raad ik niet een speciaal soort platform aan. Waarom? Omdat ik graag objectief blijf en erin geloof dat communities onafhankelijk van technologie succesvol kunnen zijn. Als je je doelgroep maar goed kent. En uniek, sociaal en relevant voor hen bent. Weet wat je doelen zijn en hoe je die bereikt. Een andere reden dat er geen specifieke technologie en platformen in dit boek staan, is de snelheid van digitale ontwikkelingen. Dan zou dit boek over een jaar waarschijnlijk al niet meer up-to-date zijn en dat is zonde. Want wat op digitaal gebied vandaag hot is, kan morgen alweer ouderwets zijn.
Denk aan Hyves, ook wel bekend als de Nederlandse tegenhanger van Facebook. In hoogtijdagen was dit een enorm populair platform. In april 2010 had Hyves zo’n 10 miljoen gebruikers. In augustus 2011 trok Facebook voor het eerst in Nederland meer unieke bezoekers dan Hyves. In mei 2012 had Hyves nog steeds 9,8 miljoen Nederlandse accounts en werd de website maandelijks door 6 miljoen Nederlanders bezocht. Toch moest Hyves op 2 december 2013 stoppen wegens tegenvallende resultaten. Wie had dat in 2010 verwacht?
Een van de experts die ik heb geïnterviewd voor dit boek is Content en Digital Director Lenneke Speelman, zij werkte destijds bij Hyves. Wat kunnen we van de ondergang van Hyves leren?
Lenneke: ‘Hoeveel sterker een global platform met veel meer development-kracht is. En hoe bepalend het gevoel van mensen is: met Hyves was je verbonden met Nederland en met Facebook ben je verbonden met de wereld. Voor heel veel mensen, inclusief mijzelf, was Facebook een manier om ook buitenlandse vrienden te ontmoeten op een platform. En daarmee verbondenheid te blijven voelen. Daar kon Hyves niet tegenop. Mensen hebben zich altijd verzameld in groepen met gemeenschappelijke belangen. Dat zal ook altijd zo blijven. Ik denk dat de vorm waarin wij communities nu kennen, wél zal veranderen. De vraag is dus, net als Hyves toen, op welk platform? Denk aan virtualrealitycommunities. Je kunt straks bij elkaar zijn, zonder dat je echt bij elkaar bent.’
De keuze voor een platform laat je het beste afhangen van de keuze voor een bepaalde doelgroep. Als je weet wie je doelgroep is, dan wil je zorgen dat je bent waar je doelgroep toch al is. En tegelijkertijd wil je de trends en ontwikkelingen goed in de gaten houden. Zodat je je koers bij kunt stellen als dat nodig is. Op het moment dat ik dit boek schrijf zijn Facebook-communities, de groepen op Facebook dus, erg populair. Facebook zet daar de komende ja- ren met zijn ontwikkelingen en het aanbieden van tools ook vol op in. Maar ook communities op een eigen website winnen aan populariteit. Denk aan forumsoftware en tools als Slack of Yammer.
Je kunt ook beginnen met een gratis tool (zoals Facebook) om jouw idee te valideren. En pas als de community groeit en steeds popu- lairder wordt, onderzoek je de mogelijkheden van een betaald platform. Of laat je zelf een community bouwen. Het kiezen van een platform is erg afhankelijk van je wensen en doelen, zorg er daarom voor dat je research doet. Kijk naar wat anderen gebruiken, hoeveel mensen er in het developmentteam zitten, hoe lang het platform al bestaat en lees recensies.
Grofweg zijn er op dit moment drie mogelijkheden:
A. Een bestaand gratis platform, bijvoorbeeld een Facebook- of LinkedIn-groep.
B. Een bestaand betaald platform, in de vorm van een maandelijkse of jaarlijkse fee (afhankelijk van de modules en het aantal gebruikers).
C. Zelf een communityplatform en/of -app (laten) bouwen.
Zelf kijk ik per geval altijd welk platform het beste aansluit. Ik ben gratis communities gestart: zo zijn bijvoorbeeld de IncludeNow.- en de WomenTalkTechcommunity allebei een Facebook-groep. Voor Schiphol kozen we als basis voor de interne community voor Yammer, gecombineerd met intranet. En Voor GoodGames, Big Diet en KLM Club China lieten we een platform op maat bouwen.
A. Een bestaand gratis platform
De eerste optie die je kunt kiezen is een bestaand, gratis platform.
Wat deden de andere experts?
Antoinette Hoes, Transformation Director bij reclamebureau ddb in Berlijn, werd samen met andere agency influencers uitgenodigd op het hoofdkantoor van Facebook in Palo Alto: ‘Ik was heel erg bereid om er iets negatiefs van te vinden; 68% van alle mediagelden gaan naar twee partijen: Facebook en Google. Dat is beklemmend. Toch ben ik over- tuigd geraakt van de nieuwe richting die ze schetsten. Zij richten zich vanaf nu vooral op de communities. Of dat nu jouw buurtgemeenschap is, een gemeenschap voor je voetbalclub of een community voor een wat groter bedrijf. In ons privéleven kennen we allemaal Facebook. Nu kunnen we deze vorm van communicatie en samenwerking ook toepassen op ons werk door Facebook Workplace te gebruiken [het Facebook-platform speciaal voor organisaties]. Het gebruikersgemak is groot. Iedereen weet hoe Fa- cebook werkt. Dat maakt het een stuk makkelijker. Zonder enige moeite kan ik nu internationale collega’s bereiken uit Brazilië, Oekraïne, et cetera. We chatten of vormen een groepje. Ik word er heel erg vrolijk van. Ik ben geen Facebook-evangelist, we zijn ons inmiddels allemaal bewust van de gevaren die aan heel grote schier oncontroleerbare platformen kleven. Een andere (kleinere) aanbieder vind ik ook prima. Maar qua functionaliteit zeg ik wel: dit platform helpt mij in mijn dagelijks werk enorm. Ik leg zo makkelijk relaties met internationale collega’s, er zijn communities rondom interesses, klanten of lekker rare shizzle. Het lukt met een dergelijk platform ook veel beter de insights uit de lokale markt te halen.’
Janneke van Heugten van Vaker in De Media (VIDM) koos ook voor Facebook, maar dan voor een openbare groep. Janneke licht toe: ‘Mijn community op Facebook is eigenlijk een online ontmoetingsplek; je kunt er vragen stellen en tips delen op het gebied van hoe je je beter en vaker profileert in de media maar ook op social media. Daar leent een open- bare groep op Facebook zich dus erg goed voor.’
Frank Meeuwsen is al zo’n twintig jaar actief in de internetindustrie, variërend van het opzetten van internetbureaus tot freelancen. Zo heeft hij aan veel projecten gewerkt rond het maken en distribueren van con- tent en het bij elkaar brengen van mensen in communities. Frank: ‘Ik geloof dat steeds meer communities afstappen van grote bekende platformen zoals Facebook, in verband met het gebrek aan vertrouwen. Er zijn de afgelopen tijd veel privacy issues geweest rondom Facebook. Mensen vinden steeds meer oplossingen in andere soorten netwerken. Ik denk dat de trend van niche-communities nog verder gaat doorzetten. Zo wordt de gratis tool Reddit met niche-communities ook steeds populairder.’
Sanne Walvisch denkt dat er meer platformen bijkomen of dat bestaande platformen hun toolset gaan uitbreiden: ‘Je ziet dat communities steeds exclusiever worden: ze gaan naar Slack, naar WhatsApp of naar andere afgesloten communicatievormen. Ik denk dat met name Slack daarin nog echt veel interessanter gaat worden. Ik zit zelf heel erg te wachten op het moment dat Slack meer tools gaat aanbieden, zodat het makkelijk wordt om mensen richting een Slackcommunity te kunnen trekken. Dan heb je die afgeschermde omgeving én alle mogelijkheden van een krachtig platform. Je zal toch maar in een WhatsAppgroep zit- ten met honderd man, dan word je helemaal gek.’
Voor als je Slack niet kent: dat is software die ook veel door ontwikkelaars en door digitale teams gebruikt wordt om snel te communiceren. Je kunt beginnen met een gratis account, de betaalde variant heeft meer opties. In dat geval betaal je een maandelijks bedrag per actieve gebruiker. Eigenlijk is het een soort Messenger: niet heel visueel, maar je kunt er goed subgroepen maken, documenten delen en daar weer op reageren, en de zoekfunctie is goed.
Sanne noemt het ‘Twitter on steroids’. En zij vindt het grote voordeel van zo’n gesloten, vaak interne community, dat het veilig is: ‘Het is afgeschermd, het is niet doorzoekbaar. Het zijn “echte mensen”, je weet wie het zijn. Dus het is echt een afgebakende omgeving en dat maakt het heel ideaal.’
B. Een bestaand betaald platform
De tweede optie is een bestaand platform waar je voor betaalt in de vorm van een abonnement. Waar kiest Sonja Loth voor als ze op zoek gaat naar een betaald platform? ‘Als je betaalt kun je communities starten met communitysoftware. Wij zijn zelf partner van het technologiebedrijf InSided, dat communitysoftware levert waarmee bedrijven hun eigen community kunnen starten op hun website. Het grote voordeel hiervan is dat je allemaal modules hebt die je aan of uit kunt zetten. Je kunt het koppelen aan Facebook en integreren in jouw website. En het bevat heel veel data en statistieken. Dat is vooral goed als je daar lering uit wilt trekken. Zo is er bijvoorbeeld Slim onderweg: de community over slimme mobiliteit. Dat is een initiatief van de anwb en van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Met als doel slimme mobiliteit, van zelfrijdende auto’s tot slim openbaar vervoer. Heel belangrijk voor de toekomst van Nederland op het gebied van snellere doorstroming op de wegen, duurzaamheid en veiligheid. Je kunt er allerlei partners op aansluiten en op die manier kun je steeds meer uitbreiden.’
Kirsten Wagenaar: ‘Met het communityplatform wil je eigenlijk een eigen huiskamer creëren, waarin je de meest betrokken leden gaat faciliteren. De community is natuurlijk groter dan alleen dat platform, alles is 50% online en 50% offline. En er is een hele rits aan communitysoftwarepartijen, waaruit je kunt kiezen. Veel van die verschillende partijen hebben dezelfde soort functionaliteit. Het is daarom belangrijk om te kijken: wat zijn de doelen van jouw community en wat is je doelgroep. Wil de doelgroep chatten of wil de doelgroep een kennisarchief? In hoeverre wil de doelgroep met gesloten groepen werken? En in hoeverre wil je als organisatie een heel exclusieve community waar je dingen afsluit? Op basis daarvan kun je nadenken over de verschillende soorten software. Probeer eerst voor jezelf duidelijk te krijgen wat je wilt met je community. Zoek een partij die past bij wat je wilt. En belangrijk: denk niet te snel: ik bouw het zelf wel. Want dat lijkt misschien goedkoop, maar kan toch een dure grap worden als de uren van ontwikkelaars oplopen.’
Gelukkig hoeft het opzetten van een community niet altijd duur te zijn en kun je ook kiezen voor meer betaalbare communitysoftware. Tonny Loorbach van The Huddle laat mensen via zijn software zelf hun community opzetten.
Wanneer gaan mensen volgens hem naar een meer professionele community op hun eigen website? ‘Het begint vaak met het verkopen van online trainingen. Dus stel: je hebt een cursus gemaakt waarin je mensen leert om te breien. Daar voeg je dan een community aan toe. Kijk, als jij iets verkoopt en mensen betalen jou en na betaling worden ze doorgestuurd naar een Facebook-groep, ja, dat klopt niet helemaal met elkaar. Facebook is natuurlijk een gratis platform. Dus zodra het commercieel wordt, trekken mensen het vaak naar hun eigen omgeving.’
Duidelijk. Maar stel je bent vanuit enthousiasme een Facebook-groep begonnen, dat loopt lekker en je wil ook echt business uit je community halen. Bijvoorbeeld door het aanbieden van een online training. Stel je voor dat je dat inderdaad gaat doen: hoe krijg je nou die mensen die een Facebook-groep gewend zijn, naar het andere platform?
Tonny: ‘Dat is best wel moeilijk. Want als je een community succesvol wilt maken, dan moet het voor gebruikers een gewoonte zijn om gebruik te maken van jouw community. Om een gewoonte te creëren is er een bepaalde investering nodig. Dat is wat Nir Eyal heel goed be- schrijft in zijn boek Hooked. Hij zegt dat je in eerste instantie een trigger nodig hebt. Door een rood bolletje op je telefoon bijvoorbeeld, wat Facebook heeft. Een externe trigger noem je dat. Maar op een gegeven moment heb je dat rode bolletje niet meer nodig, dan wordt het een interne trigger. Dan denk je: ik ga even kijken op Facebook. Vervolgens doe je daar een actie. Je leest iets, je voegt iets toe, je geeft een like of je krijgt een like. En daar krijg je een soort van beloning voor. Er komt een vorm van aandacht. En dat is wat je met een eigen community ook moet creeren. Mensen gaan van nature naar Facebook toe, maar nog niet naar jouw community. Je moet ze de voordelen bieden van jouw omgeving.’
En wat zijn volgens Tonny de voordelen van een eigen platform ten opzichte van een Facebook-groep? ‘Nou, afleiding bijvoorbeeld. Als je even wilt stoppen met werken, of op wat voor manier dan ook entertainment wilt, dan ga je naar Facebook. Maar dan zit je wel in een entertainmentmodus en kun je worden afgeleid. In een besloten omgeving met alleen maar gelijkgestemden heb je niet die afleiding en focus je meer op de inhoud. Dan kun je ook daadwerkelijk zien wat er gisteren en vorige week en vorige maand is besproken en dat is natuurlijk veel waardevoller.’
Zowel Kirsten als Tonny zijn voorstander van een community op je eigen website, je eigen platform. Dat kan met bestaande software, maar zelf bouwen is natuurlijk ook een optie.
C. Zelf een communityplatform en/of -app (laten) bouwen
Voor Big Diet, KLM Club China en GoodGames hebben we destijds zelf een communityplatform laten bouwen. Dat deden we simpelweg omdat er toen nog geen goede standaard community- software was die voldeed aan onze eisen. We wilden flexibiliteit: een platform dat we aan konden passen op basis van onze wensen en die vanuit de community.
Ook ondernemer Dan Fennessy koos voor een eigen platform voor zijn community PartyWith. Hoe ging dat?
‘PartyWith heette oorspronkelijk “Party with a Local”. Ik was verhuisd naar Amsterdam en vond het moeilijk om mensen te ontmoeten om het nachtleven mee in te gaan. Ik wilde contact maken met lokale mensen, om zo de coole plekken en evenementen te vinden om uit te gaan. Dat idee speelde al langer. Op een gegeven moment kwam er een website en toen een eigen app. We lanceerden voor die app een mvp [minimal valuable product, een softwareproduct dat al werkt maar nog niet uitontwikkeld is]. Vanaf dat moment begonnen mensen het echt te gebruiken om met elkaar te verbinden, en elkaar offline te ontmoeten. Dat was echt opwindend. Vanaf dat punt zijn we gaan door ontwikkelen. Na een tijdje pakte ook de pers het op en raakten investeerders geïnteresseerd. Tegelijkertijd was er nog geen businessmodel, want ik was gewoon ge- richt op het laten groeien van de community, met behulp van de app. Toch lukte het om wat geld op te halen. Met een fulltime team hebben we toen de hele app opnieuw ontworpen en echt gefocust op groei. Van- af dat moment ging het echt goed lopen. We deden mee aan een start-up acceleratorprogramma in New York en haalden daarmee nog meer geld op om verder te groeien. Inmiddels is het een community met ongeveer 200.000 leden van over de hele wereld. Het is fantastisch dat het nu een reallifecommunity is. Mensen maken online de verbinding, maar komen vervolgens offline samen om echt authentieke verbindingen en ervaringen te delen.’
Je kunt je eigen platform dus ook from scratch bouwen, zoals Dan Fennessy gedaan heeft. Zelfs meerdere keren opnieuw beginnen, steeds een beetje beter. Maar daar is wel tijd en budget voor nodig. En een goede visie en strategie natuurlijk.
Bij Kees Diamant was de doelgroep al op een van de UWV-websites te vinden. Daarom kozen zij er ook voor zelf een community te bouwen. Hoe ging dat? Kees: ‘We wisten dat we een community wilden starten. Dan ga je eerst kijken naar de techniek en wat het gaat kosten. En hoe positioneer je die community in je website. Je moet je navigatie aanpassen, je moet er een plek voor zien te vinden.’
Wat waren de voorwaarden van de techniek voor UWV? Waar moest de techniek aan voldoen? ‘Het moest in ieder geval gebruiksvriendelijk zijn, dat stond voorop. Het topic moest duidelijk te zien zijn. We hadden hele discussies over of nou het laatste of het eerste bericht bovenaan moest staan. En het doorplaatsen naar andere websites vonden we ook prima. Want daarmee help je mensen. En dat is toch waarom we deze community wilden. We hebben daarna nog talloze kleine wijzigingen aangebracht, aan de hand van opmerkingen uit de doelgroep. En we denken nu alweer na over totale nieuwbouw van de community, om die vervolgens breder te trekken naar alle mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, dus niet alleen jonggehandicapten.’
Bedenk goed welke functionaliteiten voor het behalen van jouw doel belangrijk zijn. Kijk dan welk platform daar goed bij aansluit. Maar blijf ook altijd leren en optimaliseren.
Frank Del Gatto van Brunel zit op het moment dat ik hem interview midden in dat proces. Hij gaat met een kleine groep uit de community testen. Daarna rolt hij de community uit naar een grotere groep.
Waarom bouwt hij zelf een platform? Frank: ‘We gaan heel goed luisteren naar de gebruikers. Alles zelf bouwen is denk ik een illusie. We maken een mix van zelfbouw en open source of andere technologieën die al beschikbaar zijn. Er moet nog heel veel ontwikkeld worden, dus we gaan ook veel luisteren. Zorgen dat je bij een kwaliteitsplatform zit, is wel belangrijk. En dat je ook mee kunt denken om die community weer een stap verder te brengen. Ons idee is om daarop te anticiperen en met gebruikers van het platform daar een oplossing voor te creëren.’
Ook Igor Beuker is voorstander van een eigen platform: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is dat je waarde toevoegt. Dat kan met content zijn, met een product, service of in diensten. Maar doe niet alles op Facebook of op sociale kanalen, want het is niet van jou, hè? Tegenwoordig bereik je organisch nog maar 2-5% van je doelgroep op Facebook. Dus als je al je volgers wilt bereiken heb je mediabudget nodig. Ik ken dj’s en influencers die nog maar 0,02% organisch bereik hebben op social media. Daar zit je dan met je miljoenen fans. Klanten in mijn eigen database, daar mag ik mee communiceren. Mijn e-mailprogramma draait gewoon lekker door, wat Facebook ook doet. Je moet wel nadenken. Zeker als merk. Een community is geen campagne, geen probeersel.’
En jij?
Welk platform kies jij voor het (uit)bouwen van jouw community? Een gratis platform, een betaald platform of bouw je zelf iets? Kijk in ieder geval goed waar je doelgroep zit en welk platform of welke platformen daar het beste bij passen. En naar je budget natuurlijk. Onderzoek de mogelijkheden, vergelijk de verschillende aanbieders en probeer ook gebruikerservaringen te achterhalen. Een rondje googelen naar reviews is zeker geen overbodige luxe als je een keuze maakt.
Wil je beter zichtbaar zijn? Meer impact maken? Je doelen bereiken? Online communities zijn hét grote geheim achter de groei en het succes van veel bedrijven en social movements.
Benieuwd naar dé stap voor stap sleutel tot online succes voor iedereen met een passie? Bestel mijn fysieke bestseller ‘We love communities – Hoe je succesvol wordt met jouw online community’ nu gratis* via https://welovecommunities.nl/bestseller.