Verschillende soorten communities
Als je weet wat je wensen zijn en – indien van toepassing– die van de organisatie, dan kun je het soort community en platform kiezen. Wat voor community past het beste bij jouw doelstellingen en doelgroep? Ga je voor een gratis platform zoals Facebook of een LinkedIn-groep? Of kies je voor een betaald platform en start je daarmee een online community op je eigen website? Of laat je zelfs speciaal een platform op maat bouwen op basis van jouw wensen? Voor elk budget zijn er oplossingen te vinden. Gelukkig.
Hieronder heb ik de belangrijkste communities uitgelicht. Kies eerst welke soort community bij je past. Bepaal daarna welk platform daarbij past.
1. Een community rondom je merk of product bouwen Veel bedrijven runnen een community rondom hun merk of product. Logisch, want dat geeft je de gelegenheid om in gesprek te gaan met je meest waardevolle klanten en ambassadeurs. Je kunt van hen leren en weet zo als bedrijf beter wat er speelt binnen je doelgroep. Daardoor kun je je dienstverlening optimaliseren en een langdurige relatie opbouwen met je klanten. Dit noem je ook wel branded communities.
De Big Dietcommunity rondom het gelijknamige tv-programma Big Diet, waarin twaalf gasten in een kasteel gingen wonen om af te vallen, was een samenwerking van Endemol en rtl maar werd als een apart merk in de markt gezet. De community kreeg dezelfde naam als het tv-programma, zodat mensen die makkelijk online konden vinden. Het werd destijds, in het jaar 2000, op een eigen platform gebouwd; in die tijd bestond Facebook nog niet eens. De mensen die naar het tv-programma keken en net als de gasten wilden afvallen, konden in de community support krijgen. Mensen konden op elkaar reageren, we hadden live chats, live streams, eigenlijk alles wat je nu ook nog steeds inzet om je community te activeren. En de feedback die we van de communityleden kregen, gebruikten we om het tv-programma te optimaliseren. Zo werd het merk als geheel sterker.
Nog een voorbeeld: de community van McDonald’s, waar ik Anneli Rispens en Job Slijkhuis, destijds beiden werkzaam bij het reclamebureau ddb, over geïnterviewd heb. Anneli: ‘We begonnen in 2012 met de Facebook-community voor McDonald’s. De pagina startte met de Built Your Own Burger campagne, een campagne waarbij we om user generated content vroegen (user generated content is content gemaakt door de leden van je community). Deze campagne leidde ertoe dat we binnen een paar weken organisch van 0 naar 35.000 fans groeiden. Dat was eigenlijk de start van de community. Vervolgens zijn we hierop door gaan bouwen met relevante content en communitymanagement die als doel had McFans te betrekken en belonen. Deze communitystrategie leidde ertoe dat we binnen een jaar of zes uitgroeiden naar 500.000 fans op meerdere platforms.’
McDonald’s koos ervoor om actief te zijn op Facebook, Instagram, YouTube en Snapchat. Anneli: ‘Kies gewoon één of meerdere platformen waarvan je weet: mijn doelgroep zit hier. En blijf dan innoveren in de content die je aanbiedt.’
2. Een community inzetten voor personal branding
Steeds meer mensen gebruiken een community voor hun personal branding. Ze bouwen een community rondom zichzelf, maken van hun klanten fans en geven zichzelf een expertstatus. Waardoor het makkelijker is om aan die fans producten en diensten te verkopen. Niet alleen bekende mensen, zoals Oprah Winfrey, Fajah Lourens en Jan Versteegh, doen dat, ook gewone mensen zoals jij en ik. Door het ontstaan van blogs en social media kan iedereen personal branding inzetten om zichzelf te profileren. Vooral als je in staat bent om anderen te inspireren, is dit heel interessant.
Zo bouwde ondernemer Veronique Prins een community rondom haar eigen merk, als onderdeel van haar marketing-communicatiestrategie en om de kracht van haar offline community met een online communi- ty te versterken. Ze koos voor Facebook als platform en startte daar haar community Kick Ass Business Coaching groep. Waarom? Veronique: ‘Een heel groot gedeelte van mijn klanten komt van Facebook. De gemiddelde leeftijd van mijn klant is tussen de 45 en de 55 jaar en dat zijn bij uitstek Facebookmensen. Dus dat platform past prima bij mijn doelgroep én bij mij.’
Influencer Maureen Powel heeft gekozen voor een open community, voornamelijk op Instagram. Iedereen kan haar volgen onder haar eigen naam @maureenpowel en zien wat ze doet. Wat is er belangrijk aan een open community als Instagram? Maureen: ‘Het is vooral belangrijk dat je feed in Instagram er aantrekkelijk uitziet. Als iemand één foto van jou heeft gezien en naar jouw feed gaat, dan wil je dat niet alleen die ene foto er goed uitziet, maar je hele feed. Want dan gaan mensen je volgen. Mensen zijn vooral visueel ingesteld, dus doe daar je voordeel mee.’
Ook Romy Heere, de dochter van Joyce, heeft een Instagramcommunity rondom haar merk, namelijk @romyheere. Romy is acht jaar oud, heeft het syndroom van Down en is fotomodel. Ze vindt het heerlijk om op de foto te gaan en mooie kleding te showen. Je ziet haar in campagnes van onder andere Wehkamp, Blokker en hema. Waarom runt Joyce een Instagramcommunity voor haar dochter? Joyce: ‘Ik vind diversiteit heel belangrijk. En ik wil laten zien dat het niet uitmaakt of je nou Down hebt, of een kleurtje, of transgender bent – iedereen hoort erbij. Niet het perfecte plaatje, dat vind ik heel belangrijk. En vooral: ze heeft er ook gewoon heel veel plezier in. Dat staat natuurlijk voorop. Want als ze dat niet heeft, dan gebeurt het niet. Veel mensen denken dat onze kinderen niks kunnen. En dat is echt niet zo. Want als zij zich ergens op focust, dan ben ik er bijna van overtuigd dat ze het zelfs nog beter doet. Omdat zij zich ergens volledig op kan focussen. Het maakt dan niet uit wat er om haar heen gebeurt. Als zij het wil, dan kan ze zich daar echt helemaal op storten. En dat vind ik heel bijzonder om te zien… en om te laten zien.’
3. Communities rondom een interesse, passie of ambitie Je hebt ook communities die vanuit een interesse, passie of ambitie zijn ontstaan. Deze zijn vaak door een of meerdere ambitieuze mensen gestart, vanuit hun eigen behoefte om informatie te delen met mensen die in dezelfde situatie zitten.
Bijvoorbeeld de IncludeNow.community, die we hebben opgericht van- uit een gemeenschappelijke drive om verandering te brengen. En meer mensen van onbewust onbekwaam naar bewust bekwaam te krijgen als het gaat om inclusiviteit.
Een ander goed voorbeeld is Happy Single Moms van Myra de Wildt, een community voor alleenstaande moeders die graag het beste uit hun leven willen halen en willen leren hoe ze dat doen. Myra is begonnen op Facebook en daar is haar community organisch gegroeid. Op een gegeven moment besloot ze om haar community ook op haar eigen website te zetten. Myra: ‘Vanuit mijn eigen website kreeg ik communitysoftware aangeboden. Ik geloof heel erg in de kracht van Facebook, maar het maakt je ook wel afhankelijk van één partij. Stel dat Facebook de stekker eruit trekt of ze krijgen kritiek of er gebeurt iets waardoor Facebook niet meer bestaat? Ik vond het belangrijk om iets te hebben waarbij ik zelf de controle had. Daarbij heb je van mensen in je eigen community ook een e-mailadres, dus kun je ze veel makkelijker bereiken.’
4. Idealistische communities
De vierde community die ik noem heeft gedeeltelijk overlap met communities waar interesse, passie of ambitie centraal staat. Maar er komt nog een extra element bij. De leden van een idealistische community weten heel goed wat hun idealen zijn en ze vinden het belangrijk om deze na te streven. Meestal gaat het om ideeën en maatregelen die in het teken staan van het verbeteren van de wereld. Zij richten een idealistische community op om hun streven te realiseren, samen met de andere leden van de gemeenschap. Meestal streven alle leden samen hetzelfde ideaal na.
Student, artiest en activist Robin Ramos startte een aantal idealistische communities rondom diversiteit. Onder andere de community Info- actie-reactie. Robin: ‘Via deze community op Facebook willen we de jongere generatie informeren over maatschappelijke onderwerpen. Dat doen we door middel van artikelen en filmpjes, zowel nationaal als in- ternationaal. En ook willen we elkaar activeren om bijvoorbeeld naar een protest toe te gaan. En dus ook reactie, want ik vind het heel belangrijk in die community om echt open te staan voor vragen.’
Auteur en tedx-spreker Debbie Reber startte haar TiLT parentingcommunity vanuit idealisme, om andere ouders van differently wired kids te helpen. Op een manier waarop zij ook graag geholpen was. Dat zorgt voor een extra dimensie en connectie. Debbie: ‘Ik geef zoveel mogelijk antwoord op elke e-mail die ik krijg. En dat zijn er veel. Mensen delen echt pijnlijke persoonlijke, intieme verhalen met mij. Omdat ze het gevoel hebben dat ze mij kennen, omdat die connectie er is. Ik ben zo dankbaar en vereerd dat mensen zich veilig genoeg voelen om met mij over die dingen te praten. En schrijf lange e-mails terug. Ik wil niet dat ze het gevoel krijgen dat ik ontoegankelijk ben, omdat ik denk dat die connectie echt heel krachtig is.
Toen ik deze zomer op boekentournee was, waren er alleen maar staplaatsen. Ik was in acht steden in de VS en overal wilden mensen mij achteraf even spreken. Omdat ze het gevoel hadden me te kennen. En ik wilde natuurlijk dat ze zich gehoord en gezien voelden. Juist die uitwisseling bouwt krachtige communities op. Sterke communities draaien op mensen die voelen dat ze echt ergens deel van uitmaken en vervolgens meer mensen aan boord halen.’
5. Een interne community binnen een organisatie
Ook binnen organisaties kan een community goed werken. Voor- al als de interne community ingezet wordt rond een bepaald thema of onderwerp dat (een deel van) de medewerkers aanspreekt. Door een community te bouwen en de dialoog aan te gaan, kun je collega’s betrekken bij waar je mee bezig bent. Ook heel interessant als de collega’s op verschillende locaties werken, lokaal of zelfs internationaal, en het daarom lastiger is om elkaar face to face te zien. Een interne community kan dan uitkomst bieden.
Een voorbeeld van een interne community is die van Schiphol Airport. In 2017 was ik verantwoordelijk voor de communicatie over Schiphols digitale transformatie. In het begin was daar intern wat weerstand tegen, net als bij ieder ander bedrijf dat in een veranderproces zit. Collega’s zagen de voordelen van de digitale transformatie lang niet altijd en wa- ren soms sceptisch. ‘Was het wel echt nodig? Die vliegtuigen vlogen toch gewoon? Passagiers bleven toch komen?’
Om mensen mee te krijgen in de digitale transformatie hebben we een interne community opgezet op een bestaand, intern communicatiekanaal: Yammer. Het voordeel van een bestaand kanaal is dat je daar bent waar je doelgroep ook al is. Dat werkt drempelverlagend. In die interne community deelden we zogenoemde contentsnacks over de digitale transformatie en gingen we het gesprek aan met collega’s. We deden ons best de community te activeren en collega’s uit te nodigen voor de demo’s die tweewekelijks (offline) georganiseerd werden.
In alles wat we deden, legden we de focus op wat voor hen interessant was. Dus zo min mogelijk push-communicatie en zoveel mogelijk pull-communicatie. Dat deden we al een tijdje, maar met beperkt resultaat. Totdat we de community écht om input gingen vragen, en collega’s in een uitgebreide vragenlijst vroegen wat zíj graag wilden leren over Digital. De grote verandering kwam toen we op basis van deze input een offline evenement organiseerden: de Digital Week. Dat programma was gebaseerd op de behoeften van onze collega’s; leden dus van de interne community. We maakten Digital leuk met veel verschillende workshops, demo’s met onder andere virtual reality, inspirerende keynotesprekers en een speciale digitale escaperoom op Schiphol. Tijdens dat evenement begonnen mensen Digital te waarderen. Samen ervoeren ze hoe leuk het eigenlijk is.
Pas toen mensen zich konden vinden in de digitale transformatie en het leuk vonden, werd de interne community succesvol. Een ander voorbeeld van een interne community is Brunel, daar werken wereldwijd meer dan 11.000 medewerkers, van wie Frank Del Gatto er één is. ‘We hebben veel communities van verschillende specialismen, maar er zijn ook overkoepelende waarden waar wij rekening mee hou- den of waar wij de communities mee verbinden. We hebben bijvoor- beeld de community Agile Guild opgezet, om kennis en ervaringen te delen over de agile manier van werken. Wij proberen medewerkers ook te stimuleren. Dus als iemand het erg leuk vindt om bezig te zijn met sustainability, dan stimuleren we hem of haar daar een community over op te zetten of uit te bouwen. Wat is het idee? Hoe zou je dat willen doen? Hoe zou je het willen organiseren? En wij faciliteren dan die medewerker en geven hem een podium om z’n eigen sub-community binnen Brunel te maken. En ik denk dat onze strategie om meer met com- munities te doen, bevordert om daar ook internationaal actief in te zijn. We zijn een bedrijf met veel goede specialisten en goede ideeën. Mensen vinden het leuk om ermee bezig te zijn. En wij geloven erin! Dat is denk ik het belangrijkste om uiteindelijk je doelen, dromen en ambities waar te maken.’
6. Gesloten online communities
Steeds meer communities zijn gesloten en onvindbaar via zoekmachines. Vooral digitale communities op chatapplicaties als WhatsApp of Telegram, zijn daar een goed voorbeeld van. Je kunt je alleen aansluiten bij zo’n gesloten community als je uitgenodigd wordt door een van de leden. Daardoor blijft de community exclusief en lastig te bereiken voor bijvoorbeeld merken en bedrijven. Een voordeel van een gesloten community is dat de gesprekken puur op het onderwerp of de gedeelde passie zitten, zonder menging van buitenaf. Het nadeel is dat zo’n community maar beperkt kan groeien en dat er geen toezicht van buitenaf is.
De Women Of Web Summit-appgroep van Transformation Director Antoinette Hoes is zo’n gesloten WhatsAppcommunity. Ik ben er ook lid van. Juist de combinatie met een fysiek evenement als het internationale Web Summitcongres in Lissabon maakt dit een heel krachtige community. De WhatsAppgroep bestaat uit vrouwelijke digitale professionals die ook op dat evenement samen zijn. Tijdens zo’n groot evenement is het een heel actieve community, omdat je samen optrekt. Erna is er minder activiteit, maar dat is ook prima.
Vaak zijn dit soort WhatsAppgroepen slechts tijdelijk succesvol, of alleen als er niet te veel leden in zitten. Een WhatsAppgroep met 150 mensen maakt je helemaal gek door het grote aantal be- richten en daarmee ben je ook niet meer in staat om echt de dialoog aan te gaan. Maar voor een community rondom een voetbalteam of schoolklas is een gesloten WhatsAppcommunity vaak erg geschikt.
Een gesloten community kun je ook via Facebook opzetten. Paul Verhulst is een designer uit Amsterdam. Hij runt een gesloten geheime community, namelijk Les Ravens, waarin de leden op de hoogte blijven van de (soms illegale) raves in Amsterdam en omstreken. Het is een community met ongeveer 1.400 leden die organisch is gegroeid.
Waarom koos hij voor een community in de vorm van een geheime groep op Facebook? Dat ging eigenlijk min of meer toevallig. Paul: ‘Het eerste evenement was een privé evenement via Facebook, waarbij we als organisatoren zelf vrienden uitnodigden die vervolgens ook weer vrien- den konden uitnodigen. Het evenement was niet publiekelijk. Na afloop van het evenement richtten we de Facebook-groep op, om foto’s te delen, maar ook om volgende evenementen te posten. Je hebt goedkeuring nodig om lid te worden van de groep. Doordat alle leden content kunnen plaatsen, ontstaat er dialoog en leren mensen elkaar beter kennen. Op onze evenementen brengen we de leden samen, waardoor de band en de community versterkt wordt. Bij de creatie van de groep was er geen plan om een community te bouwen, maar als ik nu terugkijk zijn we dat op een vrij neutrale manier toch geworden.’
7. Social media als community
Veel mensen zien social media ook als een community. Zo is LinkedIn een community voor mensen die zich zakelijk gezien willen profileren en connecties met andere leden willen maken om succesvol te zijn. Facebook is een community waar mensen met elkaar connecten en in communities content met elkaar delen. En op Instagram en Pinterest inspireren mensen elkaar vooral. Facebook richt zich de komende jaren vooral op de ontwikkeling van groepen en communities. Het is daarom laagdrempelig en makkelijk om via Facebook een community te starten. Geen idee waar je moet beginnen? Op deze pagina heb ik een filmpje gepubliceerd, waarmee je in 10 minuten leert hoe je een Facebook-groep opzet.
Verschil social media en online communities
Maar als social media ook communities kunnen zijn, wat is dan het verschil? Social media kun je op twee manieren inzetten. Allereerst om te connecten met je omgeving, bijvoorbeeld door video’s op YouTube te plaatsen die anderen kunnen bekijken. Als je daarbij geen interactie met je kijkers hebt, dan is het geen online community. Je bent aan het zenden en anderen ontvangen. Maar je kunt social media ook inzetten om echt het gesprek aan te gaan met de men- sen om je heen. En groepen mensen faciliteren en stimuleren om met elkaar het gesprek aan te gaan over een bepaald onderwerp. In dat laatste geval zet je social media in als online community.
Het is dus maar net hoe je social media inzet. Je hebt social media niet nodig om een online community op te zet- ten. Maar het is wel makkelijk, want daar zijn al veel men- sen aanwezig. Dus je kunt je doelgroep daar makkelijker bereiken.
De belangrijkste socialmediaplatformen zijn WhatsApp, Facebook, YouTube, Instagram en LinkedIn. Zoals eerder gezegd doet Newcom ieder jaar een socialmedia-trend- onderzoek.
Wat opvallend is: mensen van alle leeftijden zitten op social media. Maar: je hoeft je community helemaal niet te runnen op social media. Je kunt social media ook als aanjager gebruiken om mensen naar jouw community op een ander platform te krijgen.
8. Kenniscommunity
Je kunt ook een kenniscommunity inzetten. Dan draag je samen met de leden bij aan het delen van kennis. De bekendste kennis- community is Wikipedia. Samen met de crowd zorg je voor accu- rate kennis op het internet. Wikipedia is een organische encyclo- pedie die continu wordt geüpdatet.
KLM Club China kun je ook als een kenniscommunity zien, omdat er onderling veel kennis gedeeld wordt over zakendoen in China.
Ook Kevin de Randamie heeft met Braenworks Academy een kenniscommunity: ‘Ik denk dat kenniscommunity best wel de lading dekt. Met de toevoeging dat we ook echt dingen doen; dus we gaan ook echt naast creatives zitten. Om te kijken wat hun doelen zijn, op korte en lange termijn. En welke opportunities daarbij passen.’
Waarom is het een gesloten kenniscommunity? Kevin: ‘We zeggen op geen enkel moment: kom allemaal maar binnen en vind elkaar – we zorgen echt dat we de balans tussen verschillende soorten creatives en aan- bieders van coaching in balans houden. En dat doen we ook met de Academy, een soort mba-opleiding voor creatives. Die gaat ook over diversiteit, over inclusie, of welke van de termen je daar tegenaan wil gooien. Het gaat over etniciteit, dus we zorgen voor een optimale blend van alle voorkomende inzichten. Zodat je echt kunt spreken van een levende community waar zoveel mogelijk levenservaringen in verpakt zitten.’
9. Onderzoekscommunity
Een ander soort community is een onderzoekscommunity. Die is bijna altijd gesloten. Daar doe je onderzoek en je wilt niet dat potentieel negatieve resultaten naar buiten komen. Zo’n onderzoekscommunity bestaat vaak maar tijdelijk.
Joshua van Wijgerden, Community Research Specialist: ‘Een aparte community opzetten wordt meestal gedaan door een marktonderzoeksbureau. De leden krijgen een geldbedrag, een incentive of een cadeaubon na af- loop. Dat is vaak de voornaamste reden om mee te doen, maar echt alleen om het balletje te laten rollen. De ‘whats in it for them’ en de feedbackloop wordt uiteindelijk belangrijker dan de incentive. Dus dat je teruggeeft aan de community wat je met de antwoorden in het onderzoek hebt gedaan. Meestal bestaat zo’n community ook maar een maand of twee.’
Deze communities worden dus speciaal voor het onderzoek bij elkaar gebracht. Bijvoorbeeld om een bepaalde reclame te testen.
10. Anonieme community
Wat je ook nog steeds ziet zijn communities waar je anoniem, onder een schuilnaam, aan deel kunt nemen. Die zie je bijvoorbeeld bij de online platformen Tumblr en Reddit. En ook het viva Fo- rum, de Vivacommunity, is daar een goed voorbeeld van. Het is misschien wel de bekendste consumentencommunity van Nederland – in ieder geval een van de eersten.
Sanne Walvisch hielp in het beginstadium de Vivacommunity verder uitbouwen: ‘Anonimiteit was heel erg key. Dus je mocht privégegevens wel delen, maar we probeerden mensen daarin op te voeden. Want als iemand je complete forumgeschiedenis achter elkaar zet, kan het zomaar zijn dat hij of zij weet wie je bent, waar je woont en waar je kinderen op school zitten.
Nou, dat is nu natuurlijk compleet anders. Nu is vaak dat je bent wie je zegt dat je bent, veel belangrijker dan dat je een anonieme identiteit aanneemt. Dat hangt wel heel erg af van wat voor community het is, wat het doel van de community is en wat je ermee wilt bereiken. Als ik nu een krantencommunity op zou zetten bijvoorbeeld, dan zou ik echt geen anonieme gebruikersnamen meer toestaan. Want daarmee sta je ook anonieme reacties toe en trek je meteen een bak ellende open. Maar in het geval van een meer maatschappelijk onderwerp als seksualiteit, dan is anonimiteit natuurlijk nog steeds belangrijk.’
11. Lokale community
Lokale communities bestaan al heel lang en zijn op dit moment weer een trend. We gaan back to the basics. Deze community be- vindt zich in een bepaald geografisch gebied (bijvoorbeeld een land, dorp, stad of buurt). In de huidige wereld met een overload aan informatie, hebben mensen de behoefte om onnodige informatie uit te sluiten en terug te gaan naar een omgeving waarin ze mensen vertrouwen. Dat kan heel goed in een lokale community.
Bijvoorbeeld in een community rondom een kerk, moskee of synagoge. Maar ook de buurtcommunity, het koor, de boekenclub, ouderencommunities, surfclubs, de plaatselijke breiclub, et cetera.
Een goed voorbeeld van een lokale community is het voetbalteam waar mijn zoon lid van is. De leden komen vier keer per week fysiek bij elkaar op de club. Via een simpele WhatsAppgroep blijven zowel de ouders als de kinderen op de hoogte en worden er afspraken gemaakt. Daarnaast organiseren de leden ook evenementen, zoals de jaarlijkse bbq als sei- zoensafsluiting waarbij ieder communitylid iets meeneemt.
Een ander voorbeeld van een lokale community is Soho House Amster- dam. Soho House is een creatieve memberclub uit Londen. Ze zijn lokaal actief, maar er is ook een connectie tussen de verschillende Soho Houses over de hele wereld, waaronder Amsterdam. Dat komt door de connectie offline en online. Via de website en de Soho House-app kun je ook events en hotelkamers boeken in andere lokale Soho Houses. Denk aan New York, Londen, Berlijn en Barcelona. Zo kunnen verschillende lokale communities connected zijn. Per Soho House bepaalt het comité wie er lid mag worden.
Welke community past bij jou?
Er zijn dus veel verschillende soorten communities waar je uit kunt kiezen. Waar je voor kiest is afhankelijk van je doel- groep, je doelen en strategie. Bepaal eerst wat voor soort community bij je past. En daarna pas welke technologie daar geschikt voor is. Op welk platform bouw je je community en waarom? En als je begint op een groot bestaand platform als Facebook en LinkedIn, blijf je daar dan of ga je op een gegeven moment over op een eigen community met speciaal ontwikkelde software?
Wil je beter zichtbaar zijn? Meer impact maken? Je doelen bereiken? Online communities zijn hét grote geheim achter de groei en het succes van veel bedrijven en social movements.
Benieuwd naar dé stap voor stap sleutel tot online succes voor iedereen met een passie? Bestel mijn fysieke bestseller ‘We love communities – Hoe je succesvol wordt met jouw online community’ nu gratis* via https://welovecommunities.nl/bestseller.